Kleine Jacob en zijn familie woonden aan de kust in Schotland. Op een dag kwam Meester Stor-Orm uit de diepten van de oceaan naar de oppervlakte. Elke ochtend gaapte de draak altijd zes keer. De zevende keer deed hij zijn bek open, liet zijn lange, beweeglijke, gespleten tong er uitschieten, graaide daarmee een enorm ontbijt bij elkaar en stak het naar binnen. De koning beloofde dat degene die Meester Stor-Orm kon verslaan met zijn dochter mocht trouwen en zijn zwaard kreeg. Maar zelfs de stoerste ridders slaagden daar niet in. Tot kleine Jacob een plannetje bedachtt. Hij vaarde 's nachts naar de draak, wachtte tot de draak hem in 1 hap inslikte en legde dan hete kolen in zijn lever. De draak spuugde hem snel uit. Maar het was al te laat voor de draak! Kleine Jacob had hem verslaan, kreeg het zwaard van de koning en trouwde met de prinses.
|